Hoewel er nog wat onduidelijkheid is over het toepassingsgebied van de nieuwe meerwaardebelasting, spreekt de regering in ieder geval het gerucht niet tegen dat vooral de kleine beleggers (en dus niet de “sterkste schouders”) zullen getroffen worden.
In een interview in De Tijd, heeft Denis-Emmanuel Philippe geprobeerd enkele nuances mee te geven.
- Vermogende Belgische families beheren hun (beursgenoteerde) aandelen in de overgrote meerderheid van de gevallen via holdingstructuren. Dat kan fiscaal aantrekkelijk zijn: het stelsel van de ‘definitief belaste inkomsten’ (DBI) kan onder bepaalde voorwaarde spelen en successieplanning wordt kinderspel.
- Stel dat een (familiale) holding aandelen in beursgenoteerde vennootschappen aanhoudt (belang van minder dan 10%), dan is de DBI-aftrek van toepassing indien de investeringswaarde van de aandelen hoger is dan 2.500.000 euro (merk op: voor grote holdingvennootschappen zal deze drempel wel naar 4 miljoen euro worden opgetrokken + gekoppeld aan een voorwaarde van financieel vast actief).
Bovendien worden meerwaarden op aandelen bij de holding in beginsel ook niet belast als de aandelen meer dan één jaar worden aangehouden.
Dit betekent dat de DBI-aftrek/vrijstelling van meerwaarden voorbehouden zijn voor aandelenportefeuilles, samengesteld uit investeringslijnen van 2.500.000 euro. Het beroep op een holding ligt niet binnen het bereik van elke beurs…
- Als een kleine belegger beursgenoteerde aandelen op een effectenrekening bezit, zal hij de meerwaardetaks van 10% moeten betalen (boven de jaarlijkse vrijstelling van 10k€)…
Denis-Emmanuel Philippe
Lees ook het artikel in de Tijd
