Het Rekenhof heeft zonet haar verslag over de effectentaks gepubliceerd

1.Controles op financiële instellingen

Hieruit blijkt dat de vijf grootste financiële instellingen binnenkort gerichte controles van de Administratie Grote Ondernemingen (GO) van de AAFisc mogen verwachten.

De controleactie voor het werkplan 2024 en 2025 zal eerst gericht zijn op de bestaande interne processen van de financiële instellingen. De controleambtenaren zullen vooral nagaan in welke mate deze processen zekerheid bieden dat de juiste effectentaks wordt ingehouden, aangegeven en betaald.

De fiscus zal hierbij o.a. nagaan of de financiële instellingen:
– omzettingen van gematerialiseerde effecten naar aandelen op naam opsporen;
– aandacht hebben voor het opsporen van verschillende effectenrekeningen aangehouden door dezelfde titularissen binnen dezelfde bank, enz.

De banken bevinden zich m.i. in een zeer moeilijke situatie, in het bijzonder wat de toepassing van de algemene antimisbruikbepaling betreft. Het is voor een bank zeker niet gemakkelijk te achterhalen of de keuze voor een splitsing van een effectenrekening of voor een “opnaamzetting” van gedematerialiseerde effecten verantwoord kan worden door andere redenen dan belastingontwijking (is een splitsing verantwoord door risicodiversifiëring? Spruit de splitsing uit een wijziging van de vermogenssituatie voort?…).

De grootste financiële instellingen van het land hebben het grote lot getrokken! De andere (kleinere) financiële instellingen zullen in een latere fase gecontroleerd worden…

2.Verstrenging van de controles op particulieren met buitenlandse effectenrekeningen

Opmerkelijk is dat er momenteel geen gerichte controles zijn op de titularissen van buitenlandse effectenrekeningen (> 1mio €), die zelf hun aangifte JTER moeten indienen. Het Rekenhof geeft de volgende tip aan de fiscus: de ontvangen inlichtingen over buitenlandse rekeningen (CRS of DAC2) vergelijken met de JTER-aangiften.

Bottomline: indien de CRS-fiches melding maken van buitenlandse rekeningen van meer dan 1miljoen euro, valt het uit te sluiten dat de JTER niet correct werd aangegeven/betaald.

Uit het verslag blijkt ook -en dit is bijzonder interessant voor particulieren die buitenlandse rekeningen aanhouden (via juridische constructies) – dat de cel Private Juridische Constructies (binnen de BBI) systematisch onderzoek voert naar in het buitenland geparkeerde vermogens.

Denis-Emmanuel Philippe