Ik heb enkele inzichten over de private privak in een itw in De Tijd (artikel van Peter Van Maldegem) gedeeld.
1. Verdere versoepeling van het reglementaire kader
De arizona regering heeft een versoepeling van het reglementaire kader aangekondigd. De modaliteiten zijn nog niet gekend (daar zou in het najaar naar worden gekeken).
✔️ Duurtijd
Om aan de beleggers een exit te garanderen, heeft een private privak op basis van de huidige wetgeving een duur van maximum 18 jaar. Die looptijd kan er soms toe leiden dat ondernemingen in het fonds vroegtijdig moeten worden verkocht.
🔆 Deze duur zal dus waarschijnlijk worden verlengd.
✔️ Min. aantal aandeelhouders
De private privak moet worden aangehouden door minstens zes niet-verbonden aandeelhouders. Idee: de private privak moet een echte “beleggingsvennootschap” zijn, hetgeen een diversificatie van het aandeelhouderschap veronderstelt.
Dit is een van de minpunten van de private privak. In de praktijk is het niet altijd makkelijk om, bij de oprichting van de private privak, 6 niet-verbonden aandeelhouders bijeen te brengen.
🔆 Het valt te verwachten dat hieraan zal worden verholpen.
✔️ Inlooptijd
Het statuut van private privak hangt af van de voorafgaandelijke inschrijving van de vennootschap op de lijst van de “private privaks” bij de FOD Financiën.
🔆 Het is mogelijk dat private privaks zullen worden toegelaten om tijdens een bepaalde periode (startperiode) investeringen te doen (in private equity) zonder dat zij het minimumaantal beleggers hebben bereikt / voordat zij het statuut van Private Privak hebben verkregen.
✔️ Toegelaten investeringen
In het regeerakkoord wordt aangegeven dat de toegestane beleggingen zullen worden uitgebreid, maar er wordt niet vermeld welke soorten nieuwe activa in aanmerking zullen komen…
2. Fiscalititeit
✔️ Over de modaliteiten van de nieuwe meerwaardetaks wordt nog druk gedebatteerd, maar het lijkt erop dat de meerwaarden op aandelen in private privaks zullen worden geviseerd.
Volgens mij zou een meerwaardebelasting geen al te grote impact moeten hebben. De return van de privak kan de vorm aannemen van een belastingvrij “dividend” bijv. na een verkoop van een niet-genoteerde onderneming:
🔆 Een vrijstelling van RV (art. 106, §9 KB/WIB) is van toepassing wanneer een private privak (i) een meerwaarde op aandelen realiseert en (ii) deze meerwaarde aan haar aandeelhouders uitkeert. Dit dividend is ook in de PB vrijgesteld.
🔆 De aandeelhouders-vennootschappen zullen doorgaans ook van de DBI aftrek kunnen genieten, in de mate dat de privak in “goede aandelen” belegt
▶️ het beleggingsbeleid van de private privak is van belang!
Denis-Emmanuel Philippe
Lees ook hier het artikel in de Tijd.