Kaaimantaks: De substance-uitsluiting en EU vrijheden van verkeer: water en vuur ?

PARTAGER

dinsdag, 27 augustus, 2024

De substance-uitsluiting is aanzienlijk strenger gemaakt in het kader van de recente hervorming van de kaaimantaks (programmawet van 22 december 2023).

De substance-uitsluiting is aanzienlijk strenger gemaakt in het kader van de recente hervorming van de kaaimantaks (programmawet van 22 december 2023).

1.Juridische constructies gebruikt als instrument voor het beheer van een familiaal vermogen

Zulke juridische constructies (Angelsaksische trusts, buitenlandse holdings, fonds dédiés, enz.), zijn sinds de inwerkingtreding van de hervorming (1 januari 2024) (definitief) uitgesloten van de ‘substance-uitzondering’, zelfs wanneer zij beschikken over een werkelijke lokale infrastructuur (kantoren, adequate uitrusting, gekwalificeerd personeel, …) en een actief financieel beleid voeren.

Meer dan ooit kunnen vragen gesteld worden bij de verenigbaarheid van de ‘substance-uitsluiting’ met de Europese vrijheden van verkeer.

2.Misbruik van vrijheden in een intra-Europese context

In een intra-Europese context moet (nog steeds!) worden verwezen naar het Cadburry Schweppes-arrest van het HvJ.

Op basis van de criteria inzake ‘substance’ van de Cadburry Schweppes-rechtspraak zou een Belgische rijksinwoner – als oprichter van een ‘juridische constructie’ in een andere lidstaat, bv. een Luxemburgse holding (SOPARFI) – m.i. aan de kaaimantaks moeten kunnen ontsnappen, voor zover de holding over een lokale infrastructuur beschikt (het is dus geen brievenbus) en een daadwerkelijke economische activiteit uitoefent (in die zin dat gekwalificeerde bestuurders en/of bekwaam personeel zich inlaten met het houden en beheren van deelnemingen).

Zie de buitenlandse rechtspraak geciteerd in mijn bijdrage in de Fisc. Int. (bijv. de toepassing van de Duitse CFC-regels werd in een recent vonnis van het Finanzgericht van Münster van februari 2024 afgewezen t.a.v. een Belgische holding/financieringsvennootschap die de notionele interestaftrek NID genoot!)

3.Misbruik van vrijheden – situaties met derde landen

Indien de juridische constructie buiten de EU is gevestigd (bijv. een in Jersey gevestigde trust, een Zwitserse holdingvennootschap,…), moet er vooral worden gekeken naar het doel dat wordt nagestreefd met de gedane investering (afweging tussen de fiscale motieven en de niet-fiscale motieven) op grond van het arrest X GmbH van het HvJ.

Cfr. een interessant arrest van het Cour administrative te Parijs van 24 juni 2020 over de transparante belastingheffing van artikel 123bis Franse ‘Code Général des Impôts’ (die gelijkenissen vertoont met de kaaimantaks); het Hof wees de toepassing af van deze belastingheffing op drie (onherroepelijke en discretionaire) trusts gevestigd in Bermuda

Lees hier de bijdrage van Denis-Emmanuel Philippe in Le Fiscologue International 

PARTAGER

Loading...