De Tijd: Raad van State schiet gaten in exittaks van regering-De Wever

PARTAGER

dinsdag, 13 mei, 2025

De geplande exittaks voor aandeelhouders van bedrijven die het land verlaten, dreigt in strijd te zijn met de vrijheid van vestiging. De Raad van State adviseert de regering-De Wever om ervan af te zien als ze die schending niet beter kan verantwoorden.

Nadat de federale regering vorige maand haar paasakkoord had gesloten over de hervormingen die al op 1 juli moeten ingaan, heeft ze de Raad van State gevraagd om te onderzoeken of die de juridische toets doorstaan. Uit het advies over alle fiscale bepalingen van minister van Financiën Jan Jambon (N-VA), dat De Tijd kon inkijken, blijkt dat de afdeling wetgeving van de Raad van State vraagtekens plaatst bij de robuustheid van de nieuwe exittaks, het nieuwe regime op carried interest en de hervormde DBI-aftrek.

Met de exittaks, die er kwam er op vraag van Vooruit en op kruissnelheid 50 miljoen euro moet opbrengen, wil de regering letterlijk afrekenen met de aandeelhouders van bedrijven die het land verlaten. Vandaag bestaat er al zo’n heffing in de vennootschapsbelasting. Een onderneming die naar het buitenland verhuist, ziet haar niet-gerealiseerde meerwaarden (waardestijgingen van activa die nog niet verkocht zijn) belast tegen een tarief van 25 procent. Dat wordt door Europa aanvaard omdat het vertrek van dat bedrijf ertoe leidt dat België zijn bevoegdheid verliest om de winst van het buitenlandse bedrijf te belasten. Het Hof van Justitie erkent daarmee dat staten de vrijheid van vestiging kunnen schenden om een evenwichtige verdeling van hun heffingsbevoegdheid te handhaven.

Wat de regering-De Wever nu echter wil doen, is de niet-gerealiseerde meerwaarde van een vertrekkende vennootschap ook in hoofde van de aandeelhouders belasten. Op basis van een fictief dividend, tegen een tarief van 30 procent. De uitleg is dat in een aantal belangrijke cases op de exit van een vennootschap ook de emigratie van de belangrijkste aandeelhouders gevolgd is. Maar voor de Raad van State volstaat dat argument niet.

‘Het verschil in behandeling dat door het wetsontwerp wordt gecreëerd tussen enerzijds de aandeelhouders van een vennootschap die haar statutaire zetel in België behoudt en anderzijds de aandeelhouders van een vennootschap die haar statutaire zetel naar een andere staat verplaatst, kan een onderneming ervan weerhouden te verhuizen en kan worden beschouwd als een belemmering van de vrijheid van vestiging’, aldus de Raad van State.

Draagwijdte beperken

Het adviesorgaan is zelfs van mening dat de regering van de maatregel moet afzien als ze er niet in slaagt de schending van het beginsel van de vrijheid van vestiging voldoende te rechtvaardigen. ‘Het argument dat België heffingsbevoegdheid verliest door de exit van een bedrijf, gaat in deze niet op. Aandeelhouders van een emigrerend bedrijf die in België blijven wonen, kunnen nog altijd belast worden op de dividenden die zij in de toekomst zullen ontvangen’, aldus fiscaal advocaat Gerd Goyvaerts van het kantoor Tiberghien.

Zijn confrater Denis-Emmanuel Philippe van het kantoor Bloom Law acht de kans groot dat er een verzoek tot vernietiging zal worden ingediend als de exittaks in deze vorm in werking treedt. ‘De vraag is of de regering de draagwijdte van de taks zal beperken, bijvoorbeeld door haar alleen toepasselijk te maken op aandeelhouders die geen inwoner zijn van België op het moment van de emigratie van het bedrijf’, aldus Philippe.

In de regering-De Wever valt te horen dat het van in het begin duidelijk was dat de exittaks juridisch-technisch zeer complex zou zijn. Maar van een schrapping is voorlopig geen sprake. Dinsdag komen de fiscale experten van de belangrijkste kabinetten samen met als doel ‘de wetteksten juridisch robuuster te maken’.

Fondsenbeheerders

De Raad van State heeft ook bedenkingen bij het nieuwe regime voor fondsenbeheerders, de zogenaamde carried interest. Dat regime stelt dat inkomsten die verband houden met het beheer van een investeringsfonds voortaan belast zullen worden zoals roerende inkomsten, dus tegen een tarief van 25 procent en zonder sociale bijdragen. Tot nu toe was de regelgeving daarrond voer voor discussie. De regering wil op kruissnelheid 50 miljoen euro per jaar ophalen met de carried interest, maar volgens de Raad van State is het regime zo aantrekkelijk dat het gelijkheidsbeginsel mogelijk geschonden wordt.  De regering lijkt echter niet onder de indruk van dat a Tot slot wil de regering-De Wever ook jaarlijks 350 miljoen euro ophalen door de toegangsvoorwaarden tot de DBI-aftrek – een vrijstellingsregeling die van toepassing is op vennootschappen die beleggen in aandelen van andere vennootschappen – te verstrengen voor grote bedrijven. De Raad van State vraagt zich af of het regime daarmee nog wel verenigbaar is met het Europese recht.

‘Die vrees is volgens mij en veel experten overdreven’, zegt advocaat Philippe. ‘De kans bestaat dat er een vernietigingsberoep komt van grote holdings, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen die worden benadeeld. Maar de kans op succes lijkt me gering.’dvies en gaat ervan uit dat een betere motivering volstaat.

Journalist Dieter Dujardin 

Lees ook het artikel in de Tijd.

PARTAGER

Loading...